Onder Esarhaddon’s heerschappij (681-669 v. Chr.) bereikte het Assyrische Rijk zijn grootste omvang. Esarhaddon consolideerde het Assyrische gezag over Mesopotamië en de Levant, pacificeerde de nomadenstammen in Anatolië en Iran en versloeg aartsrivaal Egypte. Bovendien had hij de erfopvolging goed geregeld, waardoor de troonswisseling voor het eerst sinds ruim een halve eeuw probleemloos verliep. De zeventienjarige Ashurbanipal werd koning van Assyrië, zijn iets oudere broer Shamas-shum-ukin werd koning van Babylonië. De vloek van Sargon leek te zijn afgewend. Het zag ernaar uit dat het Assyrische Rijk een glansrijke toekomst tegemoet zou gaan. Je voelt vast al wel aan waar dit naartoe gaat…
Het verlies van Egypte
Het nieuws over de verovering van Egypte had Nineveh nog niet bereikt of Taharqa was alweer teruggekeerd naar de Nijldelta. De onderkoningen die Esarhaddon daar had achtergelaten verzetten zich niet tegen hem. Waarom zouden ze immers vechten voor een koning uit een ver land? Esarhaddon stierf in 669 v. Chr. terwijl hij onderweg was naar Egypte. Zijn zoon en opvolger Ashurbanipal zette in 667 v. Chr. een nieuwe veldtocht tegen Taharqa op touw. Ditmaal reikten de Assyrische troepen tot aan de stad Thebe. Taharqa werd verslagen, maar deze wist opnieuw te ontkomen. Na zijn overwinning op Taharqa rekende Ashurbanipal af met alle onderkoningen die hem in de steek hadden gelaten. Enkel Necho – de onderkoning van Saïs – en diens zoon Psammetichus werden gespaard. Zij mochten nu in zijn naam over de Nijldelta regeren.
In 666 v. Chr. vielen de Koesjieten de Nijldelta opnieuw binnen, ditmaal onder Taharqa’s zoon Tatanami. Necho werd gedood, maar uiteindelijk wisten de Assyriërs ook Tatanami te verdrijven. Toen Taharqa in 664 v. Chr. stierf raakte het koninkrijk Koesj in verval. Psammetichus heerste nu als ‘vazalvorst’ over Egypte, maar de facto gedroeg hij zich als een soeverein vorst. Ashurbanipal leek het wel prima te vinden. Hij liet Egypte voortaan met rust en Psammetichus lijkt op zijn beurt Assyrië met rust te hebben gelaten. De grenzen aan de Assyrische macht waren nu echter wel duidelijk geworden.
Bloeiperiode onder Ashurbanipal
Ondanks het verlies van Egypte bleef Assyrië welvarend. Op één opstand in Tyrus na bleef het rustig in de Levant. Dit is mogelijk te danken aan een stilzwijgende afspraak dat Psammetichus zich niet zou mengen in Levantijnse aangelegenheden. De twee grootmachten hielden elkaar in balans. In het noorden en oosten bleef het eveneens rustig. Mogelijk was dit te danken aan het huwelijk tussen de Scythische koning Bartatua en de dochter van Esarhaddon. Volgens Herodotus (1:103-106) kwam uit dit huwelijk een zoon voort – Madyes – die een tijdlang over ‘Azië’ geheerst zou hebben. Mogelijk hield hij de Cimmeriërs en de Meden in bedwang. Deze ‘Scythische heerschappij’ leidde er echter wel toe dat de Medische stammen zich onder het gezag van Cyaxares in een stammencoalitie zouden verenigen. Deze Cyaxares zou later (615-609 v. Chr.) het Assyrische Rijk de genadeslag toebrengen.
Dankzij de vrede langs de grenzen kon het Assyrische kernland tot bloei komen. Dit komt mijns inziens niet zozeer door de tribuut die Ashurbanipal ontving. Dit waren immers vooral luxegoederen voor eigen gebruik. De bloeiperiode was vooral te danken aan de langeafstandshandel, die floreerde nu vrijwel het gehele Nabije Oosten in een rijk verenigd was. Dit stelde Ashurbanipal in staat zich minder met oorlog bezig te houden en meer met wetenschap. Zo liet hier literatuur en wetenschappelijke teksten vanuit geheel Mesopotamië samenbrengen in zijn Bibliotheek te Nineveh.
Oorlog tegen Elam
Toch kon Ashurbanipal het niet laten om zijn laatste overgebleven rivaal – het koninkrijk Elam – onder valse voorwendselen binnen te vallen. Hoewel Elam veel minder machtig was dan Assyrië en dus geen echte bedreiging vormde, ging Ashurbanipal zeer grondig te werk om dit koninkrijk geheel de grond in te boren. De val van Elam bood Perzische nomaden de gelegenheid zich in de regio te vestigen en daar de macht over te nemen. Over de Perzen zou de wereld nog veel meer horen. Kortom, het cliché dat tijdens de bloeiperiode de zaden van het verval worden gezaaid lijkt hier op te gaan. Zowel de Meden als de Perzen hebben hun succes (indirect) aan de Assyriërs te danken.
Broederstrijd
Alles goed en wel, maar intern was alles goed geregeld, toch? De troonwisseling was zonder problemen verlopen en de koningen van Assyrië en Babylonië respecteerden elkaars macht. Of toch niet? Onder Shamash-shum-ukin kwam Babylonië tot bloei. Hij was geliefd onder de Babylonische bevolking, ondanks zijn Assyrische afkomst. Ashurbanipal maakte zich zorgen over de macht en invloed die zijn broer had en hij probeerde voortdurend zijn macht te doen gelden. Zo herinnerde hij zijn broer er telkens aan dat hij ondergeschikt aan hem was – terwijl dit toch echt niet de afspraak was – en dat hij enkel over de stad Babylon mocht regeren. Shamash-shum-ukin liet het allemaal maar over zich heen komen.
In 652 v. Chr., waarschijnlijk kort na de dood van grootmoeder Naqi’a, verklaarde Ashurbanipal de oorlog aan zijn broer. Shamash-shum-ukin kon rekenen op de steun van Babyloniërs, Chaldeeërs, Elamieten en Arabieren. Na een bloedige burgeroorlog van vier jaar wist Ashurbanipal in 648 v. Chr. Babylon in te nemen. Volgens de legende stak Shamash-shum-ukin zijn paleis in brand en wierp hij zichzelf in de vlammen. Babylonië was gepacificeerd, maar de afkeer tegen de Assyrische overheersing was terug van weggeweest en het verlangen naar onafhankelijkheid was sterker dan ooit. In 626 v. Chr., kort na de dood van Ashurbanipal, zou Babylonië zich onder de generaal Nabopolassar onafhankelijk verklaren. Samen met Cyaxares en de Meden zou hij het Assyrische Rijk ten val brengen.
Nalatenschap van de Assyriërs
Ondanks alle maatregelen die Esarhaddon had genomen om een Assyrische bloeiperiode in te luiden, liep het toch relatief snel mis. Zestig jaar na zijn dood – in 609 v. Chr. – viel Harran, de laatste Assyrische hoofdstad. Toch zou de Assyrische bloeiperiode die door Esarhaddon werd ingeleid nog lang naklinken in de geschiedenis.
De Assyriërs wisten het gehele Nabije Oosten onder één centraal gezag te verenigen. Dit centrale gezag was niet heel sterk, maar toch… De Assyriërs slaagden erin vrede te brengen in het Nabije Oosten en de langeafstandshandel te doen opbloeien. Daarmee droegen de Assyriërs hun steentje bij aan het ontstaan van de Zijderoute. Bovendien zou de Aramees-Assyrische mengcultuur die in die tijd ontstond nog tot na de islamitische veroveringen dominant blijven in de regio. Sterker nog, deze cultuur zou de islam sterk hebben beïnvloed. Bovenal bood de politieke infrastructuur van het Assyrische Rijk een basis waarop latere wereldrijken verder konden bouwen, tot het Kalifaat van Bagdad aan toe.