In mijn vorige column schreef ik hoe de Medische stammen zich eind zevende eeuw v. Chr. onder leiding van Cyaxares verenigden in een stammencoalitie. Deze stammencoalitie dreef de Scythen terug en organiseerde veldtochten naar Assyrië. Als snel sloten ook voorheen machtige koninkrijken als Urartu en Mannea en een deel van de Scythen zich aan bij het bondgenootschap, mogelijk om samen een sterk front te vormen tegen het nu oppermachtige Babylonische Rijk. Dit bondgenootschap lag aan de basis van het Perzische Rijk. De vraag is nu hoe dit Medische Rijk Perzisch is geworden. Hiervoor duiken we eerst in de voorgeschiedenis van de Perzen.
De Perzen
Oorspronkelijk waren de Perzen waarschijnlijk een subgroep van de Meden. Omstreeks 700 v. Chr. leefden zij in de regio Kermanshah in Noordwest-Iran, maar rond 650 v. Chr. trokken zij naar de regio Fars in Zuidwest-Iran. Fars stond destijds bekend als Anshan en vormde het oostelijke deel van het koninkrijk Elam. Hoewel de verwoesting van de Elamitische hoofdstad Susa in 653 v. Chr. tot de politieke neergang van Elam had geleid, bleef de Elamitische cultuur overheersend in de regio. De Perzen vestigden zich tussen de Elamieten van Anshan en namen daar onder leiding van de clan der Achaemeniden de macht over. De Perzen namen vele gebruiken over van de Elamieten, waaronder hun administratieve systeem en het gebruik van Elamitisch als administratieve taal. Het Perzisch-Elamitische koninkrijk Anshan werd al snel en van de meest stabiele en welvarende koninkrijken van Iran tijdens de Duistere Periode.
De val van Ecbatana
Toen in het noorden de Medische stammencoalitie opkwam, sloot Anshan zich waarschijnlijk aan als bondgenoot. Desondanks bleef het koninkrijk de facto onafhankelijk. Toen de Medische krijgsheer Astyagesechter aan de macht kwam – volgens Herodotus een zoon van Cyaxares – besloot hij de stammencoalitie om te vormen tot een meer geïntegreerd koninkrijk. Dit betekende onder meer dat bondgenoot Anshan in het rijk moest worden geïncorporeerd. In 553 v. Chr. viel Astyages daarom Anshan binnen, waar de jonge Achaemenide Cyrus regeerde. Cyrus slaagde erin de aanval van Astyages af te slaan en in 550 v. Chr. was het Cyrus’ beurt om de Meden aan te vallen. Tijdens deze veldtocht kwamen de Medische troepen, waaronder vele krijgsheren, in opstand tegen Astyages. Ze namen hem gevangen en leverden hem uit aan Cyrus, die daarop zonder problemen de Medische hoofdstad Ecbatana in kon nemen.
Waarom kwamen de Meden in opstand?
Wanneer wij ons beseffen dat het Medische Rijk in wezen een stammencoalitie c.q. los bondgenootschap was, zijn de bovenstaande gebeurtenissen beter te begrijpen. Door de soevereiniteit van bondgenoot Anshan niet te respecteren ging Astyages een zekere grens over. In plaats van een krijgsheer die als primus inter pares leiding gaf aan een bondgenootschap, profileerde hij zich nu als koning naar Mesopotamisch model. Dit leidde ertoe dat verschillende Medische krijgsheren hun steun voor Astyages introkken. Intussen stond Cyrus waarschijnlijk al bekend als bekwaam veldheer, dus toen hij Ecbatana innam lag het voor de hand dat hij de nieuwe leider van de stammenfederatie zou worden.
Verzet tegen de coup van Cyrus
Niet iedereen erkende echter het gezag van Cyrus. Zo erkende de koning van Urartu – een voormalige bondgenoot van de Medische stammencoalitie – Cyrus niet als nieuwe leider. In 547 v. Chr. werd Urartu echter door Cyrus veroverd en werd de koning ter dood gebracht. De coup vormde ook voor de Lydische koning Croesus een reden om de oorlog te verklaren aan Cyrus. Ook Lydië werd echter overwonnen, evenals de Griekse stadstaten aan de westkust van Anatolië. Na zijn overwinning op Croesus keerde Cyrus zich tegen de koning van Bactrië, die volgens Ctesias ook een bondgenoot was geweest van Astyages en Cyrus heerschappij daarom niet erkende. Toen de Bactrische koning echter hoorde dat Cyrus Astyages genade had getoond (en dat hij met een enorm leger in aantocht was) besloot hij zich echter aan Cyrus te onderwerpen.
Een impopulaire koning
Met Iran, Anatolië and Centraal Azië aan zijn voeten richtte Cyrus zijn pijlen op Babylonië, waar Nabonidus regeerde. Nabonidus (r. 556-539 v. Chr.) was van oorsprong een simpele ambtenaar uit Harran die in een door zijn zoon georkestreerde coup op de Babylonische troon terecht was gekomen. Zijn legitimiteit stond dus al van het begin af aan ter discussie. Daarnaast had hij een bijzondere voorliefde voor de maangod Sîn, de beschermgod van Harran. Dat laatste was op zich niet zo’n probleem, ware het niet dat hij de staatscultus van de oppergod Marduk verwaarloosde. Hiermee riep hij de woede van de priesters van Marduk over zich af, die op hun beurt in hoog aanzien stonden bij het volk. Bovendien werd zijn gebrek aan respect voor Marduk, in combinatie met zijn niet-Babylonische achtergrond, uitgelegd als een gebrek aan respect voor de stad Babylon.
Nabonidus in de Arabische woestijn
Ondanks dit alles had Nabonidus zich kunnen bewijzen als welwillende koning van Babylon. In zijn vierde regeringsjaar (553 v. Chr.) deed hij echter iets waardoor hij de schijn sterk tegen zich kreeg. In dat jaar ging hij op veldtocht naar de Arabische woestijn. Aan het einde van het oorlogsseizoen keerde hij echter niet terug naar Babylon, maar nam hij zijn intrek in de oasestad Tema. Hij stelde zijn zoon Belsazar aan als onderkoning van Babylon, terwijl hij zelf tien jaar in de Arabische woestijn verbleef. In die periode bezocht hij Babylon niet één keer en nam hij niet deel aan de Nieuwjaarsfestivals. De keuze om tien jaar in Tema te verblijven is moeilijk te verklaren. Nabonidus lijkt zijn verantwoordelijkheden als koning te zijn ontlopen. Hierdoor maakte hij zich nog minder populair en was het Babylonische Rijk niet voorbereid op een Perzische invasie.
De val van Babylon
In 539 v. Chr. viel Cyrus het Babylonische Rijk binnen. Bij de stad Opis troffen de Perzische en Babylonische troepen elkaar en behaalden de Perzen een glansrijke overwinning. Het Babylonische leger sloeg op de vlucht, waarop de Perzen de stad plunderden en de bevolking uitmoordden. Deze wrede daad was waarschijnlijk onderdeel van een vooraf uitgedachte strategie. Niet lang daarna gaf de stad Sippar zich over en stuurde Cyrus ene Gubaru, een Babylonische gouverneur die was overgelopen naar de Perzen, naar Babylon om de voorwaarden voor overgave te bespreken. Toen Gubaru beloofde dat Cyrus de inwoners van Babylon geen kwaad zou doen en dat zij zelfs ongestoord een religieus festival konden voltooien, openden de Babyloniërs de poorten en onthaalden ze Cyrus als een held. Cyrus hield zich aan zijn beloftes en offerde op Babylonische wijze aan Marduk om zijn goede wil te tonen.
Cyrus’ beleid ten opzichte van overwonnen volken
Door zich te presenteren als vrome en deugdzame Mesopotamische koning wist Cyrus het vertrouwen van de priesters en de edelen te winnen. Hij presenteerde zichzelf als hersteller van de goddelijke orde, terwijl Nabonidus werd afgeschilderd als een gevaarlijke gek. Cyrus’ beleid ten opzichte van Babylonie was grotendeels pragmatisch. Hij had het respect van de Meden en Perzen gewonnen door zich te profileren als bekwaam veldheer en primus inter pares, maar om de Babyloniërs voor zich te winnen profileerde hij zich als een traditionele Mesopotamische koning. In beide gevallen probeerde hij de plaatselijke elites – de Iraanse krijgsheren en de Mesopotamische priesters – aan zijn kant te krijgen.
De volgende keer…
Met de veroveringen van Cyrus is de basis voor het Perzische Rijk gelegd. Het had echter weinig gescheeld of het Perzische Rijk was tien jaar na de dood van Cyrus al ineengestort. In de kern was het Perzische Rijk namelijk nog altijd een verzameling stammen en koninkrijken. In het volgende deel lees je hoe Darius de stammencoalitie omvormde tot een waar wereldrijk.