Het jaar is 681 v. Chr. Koning Sanherib (Sîn-ah-erib) van Assyrië wordt dood aangetroffen in de tempel naast zijn paleis te Nineveh. De vele messteken in zijn lijf laten geen twijfel bestaan over de doodsoorzaak. Naar de daders hoeft niet lang te worden gezocht. Sanherib’s zoons, Adrammelech (Arda-Mulišši) en Sharezer (Ešarra-uşur), komen openlijk uit voor hun betrokkenheid bij de moord op hun vader. Tegenover het volk van Nineveh verklaren ze dat ze de wil van de goden hebben uitgevoerd. Sanherib had zich met de verwoesting van de heilige stad Babylon acht jaar eerder de vloek van de goden op de hals gehaald. De enige manier om deze vloek op te heffen, was door hem te doden.
Naqi’a
Het nieuws van Sanherib’s dood bereikt ook Naqi’a, één van Sanherib’s Aramese concubines. Ruim dertig jaar lang had zij lief en leed met hem gedeeld. Onder al zijn vrouwen en concubines was er niet één waarvan Sanherib zoveel hield als van haar. Sanherib’s liefde voor haar stelde haar in staat om, ondanks haar Aramese achtergrond en haar status als concubine, een grote invloed uit te oefenen binnen het paleis. Zo slaagde ze er onder meer in om haar zoon, Esarhaddon (Aššur-ah-iddin), benoemd te krijgen tot kroonprins.
Esarhaddon
Van alle zonen van Sanherib, die niet op twee handen te tellen waren, was Esarhaddon de jongste. Dat hij ooit de troon zou erven, had niemand verwacht. Hij was niet eens de meest geschikte kandidaat. Al vanaf jonge leeftijd was hij regelmatig ziek. Toch benoemde Sanherib hem in 683 v. Chr. tot zijn opvolger. In het bijzijn van al zijn zoons liet Sanherib een leverschouwing uitvoeren, die zijn keuze voor Esarhaddon bevestigde. Esarhaddon’s oudere halfbroers waren razend. Ze probeerden op hun vader in te praten, maar hij gaf geen gehoor. Naqi’a, bang dat Esarhaddon’s oudere halfbroers hem zouden doden, stuurde zijn zoon naar Syrië om daar het moment van zijn troonsbestijging af te wachten.
Een spin in een web
Hoewel Naqi’a nog altijd zeer aangedaan was door de dood van haar geliefde, wist ze dat ze nu snel moest handelen. Ze stuurde onmiddellijk een ijlbode naar haar zoon Esarhaddon om hem van de moord op zijn vader en het complot van zijn halfbroers op de hoogte te stellen. Meteen daarna zocht ze contact met alle generaals en hoge ambtenaren die aan haar kant stonden. Haar brieven ondertekende ze met de naam Zakutu, een Akkadische vertaling van haar Aramese naam, die zoveel als ‘de zuivere’ betekent. In korte tijd wist ze zo een omvangrijke verzetsbeweging op te bouwen.
Mars naar Nineveh
Zodra Esarhaddon het nieuws van de moord op zijn vader hoorde, verzamelde hij zijn troepen en trok hij op naar Nineveh. In dagmarsen van ruim 50 kilometer trok hij voort. Onderweg sloten loyale troepen uit heel Assyrië zich bij hem aan. Het nieuws dat Esarhaddon’s in aantocht was leidde tot onrust in Nineveh. Adrammelech en Sharezer hadden al moeite om de volkswoede over de moord op Sanherib onder de duim te houden, maar nu Esarhaddon in aantocht was leek er geen houden meer aan. Adrammelech en Sharezer zagen in dat hun zaak verloren was en besloten te vluchten. Uiteindelijk kregen ze asiel bij koning Rusa II van Urartu, een rivaal van Assyrië.
De grote opruiming
Toen Esarhaddon in Nineveh aankwam, waren zijn oudere halfbroers al gevlucht. Hij probeerde hen nog te achtervolgen, maar tevergeefs. Om de kans te elimineren dat familieleden of bondgenoten van zijn oudere halfbroers ooit nog tegen hem in opstand zouden komen, liet hij hen allemaal ter dood brengen: mannen, vrouwen en kinderen. Persoonlijke schuld was hierbij niet belangrijk. Opruimingen als deze dienden om ‘het zaad’ van vijanden ‘weg te vagen’ en waren in het Nabije Oosten niet ongebruikelijk. De Achaemeniden en de Ottomanen kenden soortgelijke praktijken.
Herbouw van Babylon
Nu Esarhaddon stevig in het zadel zat, was het zaak om de ‘goodwill’ van zijn onderdanen te winnen. Assyrië lag nu aan zijn voeten, maar hetzelfde kon niet gezegd worden voor Babylonië. Sanherib had daar in de jaren 703-689 v. Chr. enorme schade aangericht, met als dieptepunt de totale verwoesting van de heilige stad Babylon. Deze laatste daad werd door Adrammelech en Sharezer opgevoerd als motief voor de moord op hun vader. Om aan de ‘vloek’ die op zijn vader rustte te ontkomen, besloot Esarhaddon diens misdaad recht te zetten. Hij nam zich voor Babylon opnieuw op te bouwen en in haar oude glorie te herstellen. Over de herbouw van Babylon volgende week meer.