Het is 679 v. Chr. Een horde ruiters trekt al moordend en plunderend door het Taurusgebergte. Gezeten op hun paarden vertrappen ze het voetvolk en laten ze een pijlenregen neerdalen op hun vijanden. Niemand lijkt te zijn opgewassen tegen deze ruiters, die zichzelf Cimmeriërs noemen. Waar de Cimmeriërs vandaan komen weet niemand, maar gelet op hun vreemde taal moeten ze van ver zijn gekomen. Zo’n 35 jaar eerder waren ze verschenen aan de grenzen van Uishdish – een koninkrijk in het noordwesten van Iran – waar ze de Assyrische koning Sargon II bijstonden op zijn veldtocht tegen Urartu. Niet lang daarna keerden de ze zich echter tegen de Assyriërs. In 705 v. Chr. sneuvelde Sargon II op een veldtocht tegen hen. Sindsdien trekken ze rond door het Taurusgebergte en het Zagrosgebergte, al moordend en plunderend, zonder zich ergens te vestigen.
Esarhaddon vs. Teushpa
Gelukkig voor de dorpelingen uit het Taurusgebergte verscheen daar Esarhaddon, koning van Assyrië, kleinzoon van de grote Sargon II, met een groot leger goedgetrainde soldaten. Sommigen van hen beheersten zelfs – net als de Cimmeriërs – de kunst van het paardrijden. Esarhaddon was van plan de Cimmeriërs te confronteren nu hun leider Teushpa, samen met een groot deel van zijn ruiters, op plundertocht was. Met numeriek overwicht en veel geluk wist Esarhaddon de Cimmerische horde uiteen te drijven en Teushpa te doden. Triomfantelijk trok het Assyrische leger huiswaarts. Esarhaddon wist echter dat deze vijand niet zo makkelijk te verslaan was.
De Orakels van Esarhaddon
Esarhaddon was zich al van jongs af aan bewust van de vloek die op zijn familie rustte. Zijn grootvader Sargon II was op veldtocht tegen de Cimmeriërs gesneuveld, zijn vader Sanherib was vermoord door zijn eigen zoons en hijzelf was door zijn oudere halfbroers met de dood bedreigd. Hij was wel bezig de heilige stad Babylon te herbouwen, maar of dat genoeg was om de vloek af te wenden? Om zijn angsten te bezweren raadpleegde Esarhaddon regelmatig orakels. Dan stelde hij een vraag aan de zonnegod Šamaš en liet hij een dier slachten om de organen te schouwen. Vooral de onvoorspelbare bewegingen van de Cimmeriërs hielden Esarhaddon bezig. Het merendeel van onze informatie over de Cimmeriërs is afkomstig uit dergelijke orakelteksten.
De Cimmeriërs plunderen Phrygië
Na de dood van Teushpa verenigden de Cimmerische stammen zich al snel onder een nieuwe leider. In 676 v. Chr. richtten zij hun pijlen op het welvarende koninkrijk Phrygië, in het noordwesten van Anatolië. De Cimmeriërs plunderden de steden en tempels van Phrygië en belegerden de hoofdstad Gordium. Koning Mita (= Midas?) van Phrygië, een bondgenoot van Assyrië, pleegde zelfmoord en zijn koninkrijk stortte ineen. De dreiging van de Cimmeriërs werd hierdoor eens te meer duidelijk. Ze leken haast onverslaanbaar.
Onrust in het Zagrosgebergte
Intussen rommelde het ook in het oosten. In het Zagrosgebergtehadden de koningen der Manneeërs het Assyrische juk afgeworpen en waren verschillende krijgsheren der Meden, net als de Cimmeriërs, eropuit getrokken om te plunderen. Een van hen, genaamd Kashtaritu (Khshatrita = koninkje), lijkt Esarhaddon veel zorgen te hebben gebaard. Esarhaddon had dringend bondgenoten nodig om zijn noordelijke en oostelijk grenzen veilig te stellen.
Een barbaarse bruiloft
Nu was er onlangs een andere groep ruiternomaden verschenen ten noorden van Urartu: de Scythen. Qua taal, aardewerk en klederdracht verschilden de Scythen nauwelijks van de Cimmeriërs, al waren zij wel met elkaar in oorlog. Aanvankelijk waren de Scythen de Assyriërs vijandig gezind, maar nadat Esarhaddon hun leider Ishpaka had gedood kregen zij een meer pro-Assyrische leider: Bartatua. Bij Herodotus staat Bartatua bekend als Protothyes. Bartatua stelde een bondgenootschap voor tussen de Assyriërs en de Scythen, op voorwaarde dat Esarhaddon diens dochter aan hem zou uithuwelijken. Esarhaddon had zijn twijfels bij dit voorstel. Hij wist niet of hij deze nomadenkoning wel kon vertrouwen. Na verschillende orakels te hebben geraadpleegd, besloot hij toch in te stemmen.
Een glansrijke Pyrrhusoverwinning
Nu Esarhaddon een van de machtigste nomadenkoningen als zijn bondgenoot had, besloot hij af te rekenen met zijn vijanden. Hij richtte zijn peilen als eerste op het Zagrosgebergte, waar Kashtaritu nog steeds vrij spel had. Esarhaddon versloeg Kashtaritu, mogelijk met steun van Bartatua, en trok verder oostwaarts. Hij bereikte de grote zoutwoestijn ten zuiden van het huidige Teheran, waar de leiders van de ‘verre Meden’ hem tribuut brachten. Onder hen waren ook de leiders van Partakka en Partukka (= Parthië?). Een glansrijke overwinning, zo lijkt het. Toch worden na de regering van Esarhaddon nauwelijks meer Assyrische veldtochten in het Zagrosgebergte beschreven. Waarschijnlijk waren de Assyriërs hun gezag over deze regio toch kwijtgeraakt aan nomadische stammencoalities, zoals de Cimmeriërs, de Scythen en de Meden.
Intussen in het westen…
Terwijl Esarhaddon bezig was de noordelijke en oostelijk grenzen van zijn rijk te bewaken, rommelde het ook in het westen. Abdi-Milkuti, koning van Sidon, een van de belangrijkste handelssteden aan de Middellandse Zee, had een bondgenootschap gesloten met twee koningen uit het Libanongebergte die het Assyrische gezag vijandig gezind waren. Bovendien was Egypte, de belangrijkste rivaal van Assyrië, bezig zijn macht over de handelsroutes in de Levant uit te breiden. Over hoe Esarhaddon zijn gezag in de Levant herstelde volgende week meer.