3.1) Wee de bloedstad, een en al leugen, vol oorlogsbuit, het roven houdt niet op. 2) Hoor! Knallende zwepen! Hoor! Daverende wielen! Dravende paarden, dansende wagens, 3) steigerende ruiters, vlammende zwaarden, bliksemende lansen! Vele doden, massa’s lichamen, ontelbare lijken. 4) Je gedraagt je als een hoer, een verleidster ben je, bedreven in toverij, je verkwanselt volken voor je ontuchtige praktijken, en stammen voor je toverkunst. 5) Daarom zal ik je straffen – spreekt de HEER van de hemelse machten. Ik zal je kleren optillen tot over je gezicht, je naaktheid aan alle volken tonen, je schaamte aan alle landen laten zien. 6) Ik zal je onder vuil bedelven, je belachelijk maken, je te kijk zetten. 7) Dan zal ieder die je ziet zich van je afwenden en zeggen: ‘Ninevé is verwoest!’ Wie zal om haar rouwen? Waar vind ik iemand die haar troost?
Nahum
Met deze woorden becommentarieerde de Judese profeet Nahum de val van de Assyrische hoofdstad Ninevé in 612 v. Chr. Wat dertig jaar eerder nog het hart was geweest van een bloeiend wereldrijk, was nu door toedoen van de Babyloniërs en de Meden gereduceerd tot een smeulende ruïne. Hoe had het Assyrische Rijk zo snel ineen kunnen storten? Over de details valt helaas weinig te zeggen. Rond 640 v. Chr. komen de koningsinscripties, waarin de Assyrische koningen verslag deden van veldtochten en bouwprojecten, abrupt ten einde. Uitgerekend over de jaren waar we het meest van willen weten, weten we dus het minst. Maar misschien kan een analyse van de structurele zwakheden van het Assyrische Rijk en van de gebeurtenissen kort vóór 640 v. Chr. ons verder helpen.
Continue reading “Wee de bloedstad, een en al leugen!”