45.1) Dit zegt de HEER tegen Cyrus, zijn gezalfde, die hij bij de rechterhand neemt, aan wie hij volken onderwerpt, voor wie hij koningen ontwapent, voor wie hij deuren opent – geen poort blijft gesloten: 2) Ik zal voor je uit gaan, ik zal ringmuren slechten, bronzen deuren verbrijzelen, ijzeren grendels stukbreken. 3) Ik zal je verborgen schatten schenken, diep weggeborgen rijkdommen. Dan zul je weten dat ik de HEER ben, de God van Israël, die jou bij je naam roept. Jesaja
Met deze woorden beschreef een anonieme Judeeër, die als balling in Babylonië leefde en zichzelf in de traditie van de profeet Jesaja plaatste, halverwege de 6de eeuw v. Chr. de opkomst van de Perzische koning Cyrus de Grote (r. 558-530 v. Chr.). Cyrus veroverde in een kwart eeuw tijd bijna geheel Zuidwest-Azië en bracht met opvallend gemak grootmachten als Medië, Lydië en Babylonië ten val. Dit maakte diepe indruk op de mensen in die tijd en het idee dat Cyrus goddelijke steun genoot, of zelfs onderdeel was van een goddelijk plan, werd breed gedragen. Hoe valt zijn succes te verklaren?
Continue reading “De Uitverkorene”