Nadat het koningschap uit de hemel was afgedaald, verbleef het koningschap in Eridu.
In Eridu werd Alulim koning; hij regeerde 28.800 jaar.
Alalgar regeerde 36.000 jaar.
Twee koningen regeerden samen 64.800 jaar.
Toen viel Eridu en werd het koningschap overgebracht naar Bad-Tibira.
Zo begint de Soemerische koningslijst, een document waarin alle koningen worden genoemd die over Soemer (d.w.z. het zuiden van het huidige Irak) zouden hebben geregeerd. Het koningschap wordt hier omschreven als iets bijna tastbaars, dat in een ver verleden uit de hemel was afgedaald, dat maar in één stad tegelijk kon verblijven en dat maar door één persoon tegelijk kon worden bekleed. Dit koningschap was afhankelijk van de wil van de goden en kon zich naar een andere stad verplaatsen wanneer een koning de gunst van de goden verloren had. Aan het begin van de lijst worden koningen genoemd die wel tienduizenden jaren zouden hebben geregeerd, maar na de Zondvloed daalt dit naar hooguit 1500 jaar en tegen de tijd dat historisch geattesteerde dynastieën worden genoemd, worden de getallen realistischer. Het onderliggende idee is dat Soemer al sinds mensheugenis werd geregeerd door één koning.
Continue reading “Koning van de vier wereldranden”